gedicht het vijfhoekje |
|
"Hoe kan ik ooit nog een echt vierkantje worden?" vroeg het vijfhoekje.
"Jij? Een vierkantje? Maar je bent gewoon een vijfhoekje!" zei één van de afgeronde vierkantjes. "Leg die plank eens even neer."
De andere afgeronde vierkantjes zagen het nu ook. "Ja! Jij bent gewoon een vijfhoekje! Jij hoeft toch niet te doen alsof je een vierkant bent! Je hebt alleen maar een hoekje meer dan wij, daar is niks mis mee. Wij kennen er nog meer net als jou, hoor!"
Bij de afgeronde vierkantjes mocht het kapotte vijfhoekje dat zware stuk hout eindelijk weggooien. Een paar puntige vierkantjes hadden dat van ver gezien en zeiden: "Oei, nu gaat het heel erg slecht met het vijfhoekje, het lukte altijd zo goed met die plank!"
Maar het vijfhoekje wist wel beter. |
|
|
|
|
|